Een recent rapport van de Onderwijsinspectie heeft de schijnwerpers gericht op een alarmerende trend: de reken- en wiskundevaardigheden van veel leerlingen in de onderbouw van het voortgezet onderwijs blijven achter. Het rapport, gepubliceerd op 27 februari 2024, waarschuwt dat het behalen van het gewenste niveau een uitdaging vormt voor een grote groep leerlingen. In deze blog gaan we dieper in op de bevindingen van het rapport en bespreken we mogelijke oorzaken en oplossingen voor dit zorgwekkende probleem.
INSPECTIE VAN ONDERWIJS SLAAT ALARM
Het rapport van de Onderwijsinspectie benadrukt dat veel leerlingen in de onderbouw van het voortgezet onderwijs het referentieniveau 1F voor rekenen en wiskunde nog niet hebben behaald. Dit niveau wordt beschouwd als de basisvaardigheid die leerlingen nodig hebben om goed te kunnen functioneren in de samenleving. Het feit dat een groot deel van de leerlingen dit niveau nog niet heeft bereikt, is reden tot bezorgdheid en vraagt om nader onderzoek en oplossingen zowel op school- als beleidsniveau.
MOGELIJKE OORZAKEN VAN ACHTERBLIJVENDE VAARDIGHEDEN
Het rapport wijst op verschillende mogelijke oorzaken van de achterblijvende reken- en wiskundevaardigheden. Een van de genoemde factoren is de variatie aan instroomniveaus van leerlingen. Het lijkt erop dat het huidige onderwijssysteem mogelijk niet voldoende is aangepast om tegemoet te komen aan de verschillende leerbehoeften van individuele studenten. Daarnaast kunnen de manier van lesgeven en de te geringe ondersteuning van docenten bijdragen aan de stagnatie van de rekenontwikkeling bij leerlingen.
afbeelding: wiskunde theorie uit boek "Pi is zijn cirkel kwijt"
afbeelding: vertaling van theorie naar uitleg voor kinderen uit boek "Pi is zijn cirkel kwijt"
UITDAGINGEN
Om deze uitdagingen aan te pakken, benadrukt het rapport de noodzaak van gerichte verbeteringen op zowel schoolniveau als op beleidsniveau. Scholen worden gevraagd om hun onderwijspraktijken te evalueren en waar nodig aan te passen om effectiever om te gaan met diversiteit in vaardigheden en leerstijlen.
Het rapport benadrukt ook het belang van vroegtijdige signalering van achterstanden en het bieden van passende ondersteuning aan leerlingen die extra hulp nodig hebben.
CONCLUSIE
Het rapport van de Onderwijsinspectie onderstreept een dringende behoefte aan actie om de achterblijvende reken- en wiskundevaardigheden van onderbouwleerlingen in het voortgezet onderwijs aan te pakken. Scholen, docenten, beleidsmakers en andere belanghebbenden moeten gezamenlijk werken aan het identificeren van oorzaken en het implementeren van effectieve oplossingen. Alleen door samen te werken kunnen we een solide basis bieden voor de toekomstige successen van onze leerlingen.
Referentie:
Inspectie van het Onderwijs. (2024, 27 februari). Reken- en Wiskundevaardigheden van veel leerlingen in onderbouw voortgezet onderwijs blijven achter.
VISIE GRANDPI
De conceptontwikkelaar van GrandPi is een wiskunde docent met meer dan 25 jaar ervaring. Hij onderschrijft de bevindingen uit het rapport van de Onderwijsinspectie volledig. Dit is de reden geweest om het prentenboek ‘Pi is zijn cirkel” kwijt te ontwikkelen. In dit prentenboek maken kinderen al op jonge leeftijd kennis met wiskundige begrippen op een speelse manier. Door het regelmatig voorlezen van het boek worden bepaalde begrippen een vanzelfsprekendheid. In het geval van het boek “Pi is zijn cirkel kwijt”, maken de vrienden Pi en Straaltje samen een cirkel. Voor de kleinzoons van de docent is dit inmiddels een vaststaand feit, een rondje is een cirkel en daar heb je Pi en straal voor nodig. Zoals de docent altijd zegt, “als je op jonge leeftijd de zaadjes voor de wiskunde plant, dan pluk je daar op latere leeftijd de vruchten van”. Uiteraard gaat hij in volgende boeken nog meer wiskundige begrippen toegankelijk maken voor jonge kinderen. Deel twee “Pi en de dobbelsteen”, alles over vierkanten en kubussen is bijna afgerond.